Kansspelwet verandert: Wat betekent dit voor sportbedrijven?
Vanaf 1 juli 2025 treedt een nieuwe wet in werking die gok-sponsoring in de sport verbiedt. Dit betekent dat sportclubs en- bedrijven in Nederland geen deals meer mogen sluiten met online casino’s en bookmakers. Vooral in het voetbal, waar gokbedrijven de afgelopen jaren prominente sponsors waren, heeft deze verandering grote gevolgen. Clubs moeten op zoek naar alternatieve inkomstenbronnen, terwijl fans en beleidsmakers zich afvragen of dit een stap in de juiste richting is. Waarom heeft de overheid besloten tot dit verbod? En hoe gaan sportclubs, met name in het voetbal, hiermee om?

Waarom wordt gok-sponsoring verboden?
De Nederlandse overheid wil de invloed van de gokindustrie in de sport beperken. Sinds de legalisering van online gokken in 2021 hebben veel clubs, vooral in het betaald voetbal, lucratieve deals gesloten met gokbedrijven. Shirts, stadionreclames en zelfs clubwebsites stonden vol met namen van bookmakers. Dit leverde miljoenen op, maar zorgde ook voor veel kritiek.
Politici en maatschappelijke organisaties maken zich zorgen over de normalisering van gokken in de sport. Vooral jongeren en kwetsbare groepen zouden te veel worden blootgesteld aan gokreclames, wat het risico op verslaving vergroot. In eerste instantie werden gokreclames op tv en sociale media al aan banden gelegd, maar de overheid gaat nu een stap verder. Door sponsoring in de sport te verbieden, wil men de drempel om te gokken verhogen en de sport minder afhankelijk maken van de goksector.
De impact op sportclubs in Nederland
Voor veel sportclubs betekent het verbod een flinke financiële uitdaging. De afgelopen jaren zijn gokbedrijven een belangrijke inkomstenbron geworden, vooral voor clubs die moeite hebben om andere grote sponsoren aan te trekken. In de Eredivisie konden veel teams nog rekenen op de steun van internationale merken, maar in de Eerste Divisie en bij kleinere sporten lag dat anders. Hier waren de miljoenencontracten van gokbedrijven vaak essentieel om de begroting sluitend te krijgen.
Met het wegvallen van deze sponsordeals moeten clubs op zoek naar alternatieve inkomstenbronnen. Voor sommige teams betekent dit dat ze zich meer moeten richten op lokale bedrijven, maar deze hebben vaak minder te besteden dan grote casino’s in Nederland. Denk aan bedrijven als casino online Betcity, 777 en het Belgische Circus. Dit kan ervoor zorgen dat kleinere clubs moeite krijgen om hun spelersbudgetten op peil te houden, wat weer gevolgen heeft voor hun sportieve prestaties. In het ergste geval kan het zelfs leiden tot financiële problemen of faillissementen.
Daarnaast rijst de vraag of dit verbod ook andere sectoren zal raken. Als de overheid gok-sponsoring wil beperken vanwege de invloed op jongeren, komt misschien ook alcohol- of energiedrank-sponsoring ter discussie te staan. Dit zou nog meer druk kunnen zetten op clubs die afhankelijk zijn van commerciële partners.
Wat betekent dit specifiek voor het voetbal?
Het Nederlandse voetbal zal de gevolgen van deze wet het meest voelen. Sinds de legalisering van online gokken in 2021 zijn gokbedrijven massaal de sportwereld ingestapt. In de Eredivisie had bijna de helft van de clubs een sponsordeal met een gokbedrijf, en in de Eerste Divisie was dat percentage nog hoger. Deze inkomsten hielpen clubs om te investeren in spelers, trainers en faciliteiten.
Voor de grote clubs, zoals Ajax, PSV en Feyenoord, zal het wegvallen van deze sponsorinkomsten niet direct voor problemen zorgen. Zij hebben een brede commerciële basis en kunnen gemakkelijk overstappen op andere sponsoren. Voor clubs in het rechterrijtje van de Eredivisie en de Eerste Divisie ligt dat anders. Zonder de miljoenen van de gokindustrie moeten zij creatief op zoek naar nieuwe financieringsbronnen.
Sommige clubs zullen zich meer richten op regionale bedrijven en trouwe supporters om het gat te dichten. Anderen zullen proberen internationale merken aan te trekken, hoewel dat in de praktijk lastig is voor clubs met minder naamsbekendheid. Dit kan op termijn de financiële ongelijkheid in het Nederlandse voetbal vergroten. Topclubs blijven groeien, terwijl kleinere clubs steeds harder moeten vechten om overeind te blijven.
Hoe kunnen clubs dit verlies opvangen?
Met het verdwijnen van gok-sponsoring moeten sportclubs, en vooral voetbalclubs, op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. Dit is makkelijker gezegd dan gedaan, want de hoge bedragen die gokbedrijven betaalden, zijn lastig te evenaren door andere sectoren. Toch zijn er verschillende strategieën die clubs kunnen proberen om het financiële gat op te vullen.
Een logische stap is om meer samenwerkingen aan te gaan met lokale bedrijven. Regionale sponsoren kunnen een stabiele en langdurige financiële bijdrage leveren, zeker als ze zich sterk verbonden voelen met de club. Het nadeel is dat deze bedrijven vaak minder kapitaalkrachtig zijn dan internationale gokbedrijven, waardoor clubs mogelijk meerdere kleine sponsoren moeten aantrekken om hetzelfde bedrag bij elkaar te krijgen.
Een andere mogelijkheid is om meer te halen uit de eigen achterban. Dit kan door middel van exclusieve lidmaatschappen, premium fanbelevingen of extra merchandising. Sommige clubs experimenteren met crowdfunding of investeerdersgroepen waarbij supporters financieel bijdragen in ruil voor bepaalde voordelen. Hoewel dit niet voor elke club een haalbare optie is, kan het in sommige gevallen een deel van het verlies compenseren.
Daarnaast kijken sommige clubs naar nieuwe commerciële samenwerkingen, bijvoorbeeld met technologiebedrijven, duurzame initiatieven of de gezondheidssector. Sport en gezonde levensstijl worden steeds vaker met elkaar verbonden, wat kansen biedt voor sponsordeals met fitnessmerken, voedingsbedrijven en sporttechnologiebedrijven.
Toch blijft de grote vraag of deze alternatieve inkomstenbronnen voldoende zijn om het verlies van gok-sponsoring op te vangen. Voor sommige clubs zal het lukken, maar voor anderen kan het een flinke uitdaging worden om financieel gezond te blijven.
Wordt de sportwereld hierdoor gezonder of juist kwetsbaarder?
Het verbod op gok-sponsoring wordt door de overheid gepresenteerd als een stap in de goede richting: minder invloed van de gokindustrie en minder blootstelling aan risicovolle reclames, vooral voor jongeren. In theorie zou dit de sport gezonder kunnen maken, met meer nadruk op maatschappelijk verantwoorde sponsoring en duurzame samenwerkingen. Maar in de praktijk brengt deze verandering ook risico’s met zich mee, vooral voor kleinere clubs die moeite hebben om andere grote sponsoren aan te trekken.
In de Eredivisie zullen de gevolgen beperkt blijven voor de topclubs, die genoeg alternatieve inkomstenbronnen hebben. Maar voor clubs in het rechterrijtje en de Eerste Divisie kan het lastig worden. Zonder nieuwe sponsordeals moeten ze bezuinigen, wat invloed heeft op hun prestaties en de kwaliteit van de competitie. Als clubs niet op tijd een stabiele financiële basis vinden, kunnen sommigen in de problemen komen, wat de sport als geheel juist kwetsbaarder maakt.
Bovendien rijst de vraag of dit verbod een opmaat is naar verdere restricties. Als de overheid gok-sponsoring als schadelijk beschouwt, komt dan ook alcohol-, fastfood- of energiedrank-sponsoring onder druk te staan? Dit zou de financiële situatie van veel sportclubs nog verder bemoeilijken en hen dwingen om op een compleet andere manier naar sponsoring te kijken.
Tot slot
De kansspelwet van 2025 verandert het landschap van sport-sponsoring in Nederland drastisch. Waar gokbedrijven de afgelopen jaren een grote rol speelden in de financiering van sportclubs, zullen zij nu volledig verdwijnen als sponsor. Dit biedt kansen om een meer verantwoord en duurzaam sponsorbeleid te ontwikkelen, maar het zorgt ook voor onzekerheid, vooral bij kleinere clubs die financieel afhankelijk waren van deze deals.
Hoe de sportwereld hiermee omgaat, zal de komende jaren duidelijk worden. Sommige clubs zullen succesvol overschakelen naar andere sponsoren en nieuwe verdienmodellen, terwijl anderen moeite zullen hebben om het verlies op te vangen. Eén ding is zeker: de financiële verhoudingen in de sport staan op het punt om te veranderen.